zondag 17 oktober 2010

(O) Mijn droomreis

Inmiddels is het al weer twintig jaar geleden dat ik in Afrika was. Twee keer was ik in Afrika, vrij snel achter elkaar. De eerste keer voor drie weken, dat was een vakantiereis. De tweede keer verbleef ik er voor een stage zestien weken. Beide keren heb ik er de tijd van mijn leven gehad. Nog altijd heb ik heimwee, de ene keer sterker dan de andere keer. Vooral in de zomer wanneer er flink wordt gebarbecued dan ruik ik weer dezelfde lucht als in Afrika. Ik was vast van plan om snel weer terug te gaan. Het leven besliste anders.

Vol verwachting zitten mijn zoons en ik in het vliegtuig. Nog even en dan zullen we landen in Banjul. Een langgekoesterde droom komt uit. Al heel lang wilde ik mijn zoons een keer meenemen en ze laten zien waarom ik mijn hart aan Afrika heb verloren. De jongens horen zo lang als ze zich kunnen herinneren af en toe vreemde klanken in huis. Muziek die ze bij vriendjes thuis nooit horen. Ze zien boeken en horen verhalen over een werelddeel dat ze nooit hebben gezien, ja, op televisie wel eens maar dat is niet hetzelfde. En nu gaan ze zelf ontdekken wat Afrika te bieden heeft.

Na een lange reis komen we met de bushtaxi aan bij de lodge waar we de komende week zullen logeren. We zijn in Tanji, een klein vissersdorp met een aantal lokale winkeltjes. In de verte zien we de typisch Afrikaanse huisjes aan de oever van de Tanji rivier die worden omringd door een prachtige tropische tuin. We melden ons bij de receptie en krijgen de sleutel van onze kamer. De receptionist loopt met ons mee om te laten zien waar onze kamer is. We weten niet wat we zien, de kamer ligt in een bungalowtje dat er uitziet zoals je vroeger hutjes in Afrika tekende, rond en met een rieten dak. Wanneer we naar de bungalow lopen lijkt het wel of we in een natuurpark zijn terechtgekomen. Er hangen verschillende hangmatten in de tuin die natuurlijk meteen door de jongens worden uitgeprobeerd. De receptionist kijkt me aan, glimlachend om zoveel enthousiasme.

De kamer zelf is ruimer dan ik had verwacht, helder, er is een derde bed bijgezet en toch is er nog ruimte genoeg om te lopen en te zitten. We kunnen onze koffers gemakkelijk kwijt in de ruime kast die er staat. We kijken elkaar tevreden aan: de eerste indruk is helemaal niet verkeerd.We besluiten ’s avonds in het restaurantje van de lodge te eten. De menukaart is bescheiden en we hebben eigenlijk geen idee wat we moeten kiezen. Geduldig legt de serveerster aan ons uit wat alles is en we gaan zitten op de wat wankele houten bankjes bij een stevige tafel zitten. Gelukkig biedt het rieten afdak een beetje schaduw tegen de brandende zon. We zijn de enige gasten op dit moment en krijgen dan ook alle aandacht van het personeel. De zoons vallen wel in de smaak bij de meisjes hier, twee jonge kerels van 16 & 18 met vaag een restje Afrikaans bloed, die zien ze hier niet elke dag. Het eten is spannend en we proberen voorzichtig al dit nieuws uit. Tja, dat is wel wat anders dan McDonalds,, gelukkig kunnen we hier een lauwe Fanta bij krijgen.
Na het eten lopen we nog een beetje rond in de omgeving en gaan vroeg naar bed, we hebben veel indrukken te verwerken. Het is wel even wennen met zijn drieën op één kamer. De boxjes van de mp3- speler schallen de hele tijd door de kamer tot ik er horrendol van wordt. Na overleg mogen ze iets zachter. Het duurt niet lang voor ik gesnurk hoor, en voorzichtig kruip ik mijn bed uit om de muziek te stoppen.

Ik lig nog een tijdje wakker, ik realiseer me nauwelijks dat ik nu echt in Gambia ben. Zoveel jaren wilde ik terug naar Afrika. Naar Gambia worden vaak heel goedkope reizen aangeboden, maar ja, als je voor drie personen moet betalen dan is het nog steeds te duur. Maar nu ben ik er dan. Het is donker, boven mijn hoofd hoor ik geritsel in het rieten dak. Het klinkt zo vertrouwd maar ook een beetje griezelig. Ik hoor het gekliklak van de gekko’s en vraag me af wat voor ongedierte er nog meer in de kamer zit. De jongens die thuis gauw vies zijn van alles gedragen zich hier onverwacht als echte wereldreizigers. Nu nog wel, tot dat hun gel en wax op zijn. Door het raam zie ik een donkere lucht met stralende sterren. Ik herken alleen de kleine en de grote beer verder ken ik ze niet meer. Tevreden val ik in slaap.

De dagen daarna trekken we er op uit met een plaatselijke gids, je ruikt constant een vislucht in het dorp. Aan het eind van de dag komen de vissers binnen met hun vangst. Het is heerlijk om gewoon maar wat rond te lopen en indrukken op te doen. De jongens willen echter avonturen beleven, niet zomaar een beetje rondlopen. Dat doen ze thuis ook niet. Al gauw vinden ze dan ook een café-restaurant waar de gidsen uit het dorp rondhangen totdat ze nieuwe toeristen spotten. Helaas voor hen maar fijn voor ons komen hier in het binnenland niet zo gek veel toeristen, de meesten gaan naar de kust.

Al gauw willen de jongens ’s avonds naar het cafeetje. Ik twijfel, ik heb weinig zin om mee te gaan. Ik overleg met Mamadou, onze gids, hij biedt aan om met ze mee te gaan en zo een oogje in het zeil te houden. Hij kan ze dan meteen de plaatselijke gebruiken en regels bijbrengen zoals hij lachend vertelt. Zelf ga ik die avond op het terras voor onze bungalow zitten om een beetje te lezen en te schrijven, Er hangt een hangmat voor de bungalow maar ik durf er niet in omdat ik veel zwaarder ben geworden sinds ik voor het laatst in een hangmat lag. Jammer, ik vond het altijd heerlijk ontspannen in een hangmat. Het is lekker warm tot laat in de avond. Op een gegeven moment krijg ik een beetje genoeg van de muskieten en ik besluit vast mijn bed in te duiken. Echt slapen lukt me pas als de jongens veilig en wel weer terug zijn.

Veel jongens bieden hier hun diensten aan maar we blijven bij onze vaste gids, Mamadou is een vriendelijke man met gevoel voor humor. We maken onder andere een boottochtje met een kano waar af en toe het water uit gehoosd moet worden. De natuur is prachtig, veel groen en we zien zelfs bavianen en een nijlkrokodil. De jongens en ik zijn erg onder de indruk. Een paar keer worden we voor het eten uitgenodigd bij mensen uit het dorp. We eten dan gezamenlijk uit een grote schaal. De jongens met de mannen en ik met de vrouwen. Het is grappig hoeveel je nog kunt communiceren als je elkaars taal niet spreekt en ach, lachen is natuurlijk internationaal. We nemen cadeautjes mee voor de gastvrouwen. Mooie lappen stof, echte wax uit Maastricht, die steeds enthousiast worden ontvangen.

Langzaamaan komt dan het einde van ons verblijf in het binnenland al weer in zicht. We hebben volop genoten. De zoons hebben zich keurig gedragen al werd er weleens gemopperd als de douche niet werkte of er vreemde beesten in onze kamer liepen. We hebben het gevoel dat we vrienden achterlaten zo’n warm contact hadden we met iedereen. We pakken onze spullen met enige tegenzin in en gaan met de taxibrush naar ons tweede verblijf, een wat luxer hotel aan de kust. Na een toch wel vermoeiende reis komen we aan bij het hotel dat aan het strand ligt. Er is zelfs een zwembad bij ons hotel. We komen opeens weer Nederlanders en niet te vergeten Duitsers tegen. Het gezellige hotel ligt vlak bij Kololi, een toeristische plaats met veel uitgaansgelegenheden waar vooral de zoons in zijn geïnteresseerd.

Zo gauw we op orde zijn duiken we alledrie het verfrissende zwembad in, een beetje luxe is toch ook wel weer lekker na een paar dagen echt in het binnenland te hebben gezeten. Het is hier ook iets koeler en er staat een frisse zeewind. Ook hier is onze kamer weer geweldig al hij is wel iets kleiner dan onze vorige kamer.
Er is een barretje in het hotel waar zelfs alcohol wordt geschonken, met klem vraag ik de jongens op te letten omdat alcohol in de zon wel eens verkeerd wil vallen. Natuurlijk lachen ze me vierkant uit, ze zijn toch geen baby’s.
Zo zijn we dus weer een beetje terug in de bewoonde wereld. We hangen hier nog even echt de toerist uit voor we teruggaan. Overdag luieren we op het strand of we gaan naar het bijgelegen plaatsje om een paar souvenirs te kopen. We drinken thee op zijn Afrikaans met nieuwe vrienden. Mierzoet en drie ronden achter elkaar, een belevenis en vooral heel gezellig. ’s Avonds zitten we op een terrasje of de jongens gaan met vrienden uit. We praten over wat we allemaal hebben gezien en ik ben blij als ik zie hoe Afrika ook hun heeft geraakt.

Tsja, zo zou het dus kunnen zijn als ik eindelijk met mijn zoons die lang gewenste reis naar Afrika zou maken. Ik zit vaak achter mijn computer te fantaseren. Ik bekijk websites van prachtige landen en plaatsen. Ik hoop toch echt dat het er nog een keer van komt. Ik pijnig mijn hersenen met berekeningen maar helaas zie ik nog geen mogelijkheid om mijn droomreis te realiseren.

09-05-'06