zaterdag 11 december 2010

(C 11-12-’10) Afscheid, neemt zijn tijd

De tijd is nu aangebroken om voorgoed afscheid te nemen van die twee kleine warme lijfjes die ik op de wereld zette, die kleine warme lijfjes die mijn lijf ooit bezetten. Vanaf de geboorte begin je met afscheid nemen. Wat eerst deel van mij was werd steeds afstandelijker, groeide zelfstandig en zelfstandiger verder. Vol verbazing keek ik vaak naar het nageslacht en zag dat ze mensen werden. Mensen met eigen wensen en eigen meningen, mensen met eigen talenten en een eigen wil tot overleven.

Tot tranen toe bewogen hoor ik Ramses Shaffy zingen: “Laat me, laat me, laat mij mijn eigen gang maar gaan.” Wellicht is dat het moeilijkste onderdeel van moeder zijn; het vrijlaten van de nestvlieders. Het lijkt erop dat ze eindelijk echt het nest verlaten. Eindelijk, omdat de eerste poging vijf jaar geleden werd ondernomen. Het eerste fysieke afscheid werd vijf jaar geleden in gang gezet. De eerste nestvlieder kwam terug, en ging weer, een tijdje later, en kwam weer terug. De tweede nestvlieder is inmiddels bijna een jaar geleden uitgevlogen.

Het is zeker niet alleen het fysiek afscheid nemen, hoewel dat ook een vreemde stap is: van alleenstaande jonge vrouw, naar moeder en nog een keer naar moeder, naar eenoudergezin, naar alleenstaande vrouw op leeftijd. Nee, het echte afscheid nemen gaat verder. Er was een tijd dat ik dacht dat ik de kinderen kon beschermen, hetgeen ik als een deel van mijn taak als opvoeder zag. Al snel merkte ik dat ik de pijn en de levenslessen niet buiten kon sluiten, hoe graag ik dat vaak ook had gewild. Ik hoop dat het is gelukt om ze genoeg kracht en zelfvertrouwen mee te geven dat ze in staat zijn om klappen op te vangen, maar zeker ook om de weelde van succes te kunnen dragen.

Het loslaten van de zorgen die ik me maak wanneer ze zo anders leven als ik dat zelf zou doen, maar ook het steunen dat ik ongemerkt ben gaan doen op die twee grote mannen. De adviezen, de wijze raad die ze me gaven en geven. Ik moet het weer zelf gaan doen, en ik moet de jongens, de mannen vrijlaten om hun eigen leven te gaan leven. Ik moet ze vrij laten om zonder zorgen over hun moeder hun eigen pad verder te gaan. Ik moet de verantwoordelijkheid nemen om goed genoeg voor mijzelf te zorgen zodat ze vrij zijn in hun hoofd, zodat ze zich niet hoeven af te vragen of het wel goed gaat met me. Ik moet mijzelf nog een stukje opvoeden.

Jazeker, afscheid nemen komt ook van twee kanten. We waren en zijn geen doorsneegezin, veel dingen doen we op onze eigen manier. Het voelde soms alsof wij met zijn drieën tegen de wereld moesten vechten. Nog steeds is er vaak dat gevecht tegen de middelmaat, het middelmatige. We vechten alle drie voor het leven van onze passie, ieder op zijn eigen manier. Wanneer we met zijn drieën samenzijn gebeurt er soms iets magisch, alsof we samen boven onszelf uitstijgen. Alle drie zuchten we soms dat er niemand is die ons zo begrijpt als wij samen.

Maar goed, laat ik het nou niet mooier maken dan het was, de ergernissen en ruzies waren er natuurlijk ook. Het is voor alle drie tijd om weer verder te gaan, en hopelijk is de basis sterk genoeg om het nu zelf te proberen. Leeftijd maakt hierin niet eens zoveel verschil, alle drie nemen we vaak goede en soms verkeerde beslissingen, maar vooral is er “Lust for Life,” nieuwsgierigheid naar wat er komt.

Afscheid, neemt zijn tijd, maar bereid je voor op de volgende stap op je levenspad.

11-12-‘10