Een depressie? Ik? Haha, nee hoor, je vergist je. Ik ben een mens die veel lacht, normaal gesproken, en overal wel de humor van in ziet. Depressief, nee
Jaren geleden kwam ik in een zware burnout, toen werd er al wel eens geopperd dat het depressiviteit zou kunnen zijn. Nee hoor, ik vind nog te veel dingen leuk. En zo worstelde ik me door een burnout van bijna tien jaar lang. In die tijd kwam je de WAO haast niet meer uit. ‘Ik wil weer aan het werk.’ ‘Nou mevrouw, dat zou ik nog maar niet doen, de kans is groot dat het dan verkeerd afloopt.’ Ik ben ook erg eigenwijs en zo kan het gebeuren dat ik hulpverleners niet serieus neem, geen vertrouwen in ze heb. ‘Ik doe het zelf wel.’ Ik herinner me heel helder een dag, toen de kinderen nog klein waren en ik in een crisisflatje woonde, dat ik besefte dat ik op alle punten mislukt was: relatie, woning, werk, inkomen, en als moeder voelde ik me helemaal mislukt. Dat ik naast moeder ook nog vrouw was, dat heb ik jarenlang niet beseft, en ik at me rond om de pijn niet te voelen.
Toen ontving ik een brief van het UWV; van 85-100% afgekeurd was ik opeens volledig geschikt en verplicht om aan het werk te gaan. (Met mij vele anderen ook, nieuw beleid van het UWV of de regering) . Door de jaren heen had ik veel en tevergeefs gesolliciteerd. Ik wilde alleen part time werken in verband met de kinderen, en ik had een gat van 10 jaar, en bovendien niet echt een vak geleerd. Zowel kunstacademie als antropologie zijn niet de opleidingen waar je gemakkelijk werk in vindt. Maar nog voor ik uit de WAO geknikkerd werd had ik een baan gevonden, eerst als oproepkracht en later steeds vaster tot aan 32 uur per week vast in dienst. Oh oh wat moest ik mezelf bewijzen! Naast een eenouder gezin ook nog een bijna volle baan; een blauwe maandag was ik trots.
Langzaam kwamen de scheurtjes en toen de scheuren. Ik had het niet door. Ik ben een held in mezelf en daardoor anderen voor de gek houden. Ik kreeg steeds meer lichamelijke klachten. Had ik een virus opgelopen? Ik kreeg het Cytomegalievirus, het zusje van Pfeiffer, en ik was bekaf. Onzin, stelde de arboarts op een gegeven moment, en ik moest opeens weer fulltime werken. Van januari tot juli lukte dat min of meer. Eind juli ging ik weer neer. Een jaar lang loop ik nu met allerlei vage onbegrepen vooral lichamelijke klachten, me steeds afvragend wat er nou toch aan de hand is. Lachen om niet te huilen, ik lach me overal doorheen.
Weer moest ik van de arboarts opeens in sneltreinvaart terug naar 32 uur werken, ik wist dat het niet kon, ik had geen keus, want het alternatief was een strafkorting. Nu zit ik thuis, bezweken onder deze dwang. Ik ben kwaad op al die instanties en voel me machteloos tegenover ze. Maar misschien moet ik dankbaar zijn want anders had ik nog steeds niet gerealiseerd dat het serieuzer is dan ik dacht en wil en kan accepteren. De psychiater constateerde een Dysthyme stoornis met een depressieve episode. ‘Ik depressief, nee hoor, haha.’ Lachte ik, lachte ik, lachte ik…en toen huilde ik.
Ik probeer me nu neer te leggen bij het feit dat het altijd maar doorgaan, sterk zijn, en jarenlange zorgen hun tol hebben geëist, Ik probeer te aanvaarden dat ik hulp nodig heb. Als een alcoholist zet ik de eerste stap: ‘Ik ben …en ik ben alcoholist.’ ‘Ik ben Saskia, en ik ben depressief.’ Nog steeds wil ik het bagatelliseren en er een grap overheen gooien. Het is een rotmoment en soms lijkt het dat je door het te aanvaarden, de controle verliest en depressiever wordt. Mijn grote wens en doel is dat ik weer ga lachen uit blijdschap, gewoon omdat ik gelukkig ben. Ik weet dat ik het kan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten