zaterdag 27 november 2010

(C 27-11-’10) Wil je weten wat je los moet laten? Kijk dan wat je het krampachtigst vasthoudt

Het is een worsteling tussen het vertrouwen in het leven, in het universum enerzijds, en de verscheurdheid van een moederhart anderzijds. Blij dat alles goed is afgelopen met mijn schatje, schiet ik nu weer af en toe in de stress. Hij laat niets van zich horen, en ik kan hem niet bereiken. Overdag lukt het me aardig om hem uit mijn hoofd te zetten, maar zo gauw het avond wordt en het buiten donker en koud is, dan slaat de paniek toe. Ieder telefoontje doet me opschrikken. Nooit geweten dat ik zoveel onzintelefoontjes op een dag krijg. Of ik goed verzekerd ben, vraagt een vreemde stem me. Goed verzekerd, waarvoor, waartegen. Het leven is niet te verzekeren. De paniek en de angst hebben geen prijs. Ik wil niet bang zijn, ik haat het gevoel van paniek in mijn lijf. De verkrampingen, de kou, de adrenaline en de eenzaamheid.

Het gekke is dat ik eigenlijk denk dat het goed gaat, en zeker op lange termijn heb ik er alle vertrouwen in dat het goed komt met het schatje. Waarom heb ik het dan zo krampachtig nodig iets van hem te horen. Die verdomde band, daar is hij weer.
Ik vecht om mijn gedachten om te buigen naar positieve gedachten. Er zijn momenten dat ik denk dat ik aardig heb bijgeleerd de afgelopen maanden. Halverwege de week was ik trots op mijzelf, ik had het gevoel dat ik was geslaagd voor een examen over de eerste hoofdstukken van de zelfgenezing die ik mijzelf aanleer. Ik was verbaasd over de nieuwe kracht die ik in mij voelde na de crisis rond de zoon het afgelopen weekend. In plaats van ten onder te gaan, stond ik op: Sterk, krachtig en met een enorme vechtlust. Ik was blij met mij.

Leer mij aanvaarden wat ik niet kan veranderen.

Ik ben gewend om voor hem te zorgen. Twintig jaar heb ik voor hem gezorgd, totaal zelfs drieëntwintig jaar voor hem en zijn broer samen, zonder mijn zorgen redde hij het niet. Wat een verantwoording. Nu moet ik hem laten gaan, leren dat hij zijn eigen fouten moet en mag maken. Ik vind het moeilijk, wil hem nog beschermen, maar ik ben geen verzekering. Niet meer. Bent u goed verzekerd meneer? Ik wil mij niet verzekeren, ik wil het zelf doen. Ik wil het leven leven en alles ervaren dat daarbij hoort. Laat mij los, laat me op mijn bek gaan, laat me zelf op mijn eigen bek gaan.

Okee, mijn schatje, ik laat je gaan.

Alles en iedereen is je perfecte leermeester. Alles gebeurt om je geduld, wijsheid en mededogen bij te brengen.
Boeddha

27-11-'10