dinsdag 18 oktober 2011

(18-10-‘11) Met de ogen dicht

Vandaag had ik zo’n dag dat ik terugkeek. Terug in de tijd. Zo af en toe doe ik dat, misschien wel niet vaak genoeg. Het is weleens goed om stil te staan bij het verleden, en bij jezelf. Zeker voor iemand als ik die alles zo snel weer vergeet.

Ruim vijf jaar geleden had ik een periode waarin ik veel schreef en daardoor ook lekker in mijn vel zat, zoals dat heet. Ik volgde schrijfcursussen en schrijfworkshops. Hartstikke leuk, echt waar. Ongeveer een jaar lang schreef ik per week een kort verhaal. In die tijd volgde ik een soort training over het benutten van je talenten. Ik was er van overtuigd dat ik mijn talenten moest benutten. En wat deed ik: met de ogen dicht stapte ik in een broodbaan van negen tot vijf waarmee ik de huur (net) kon betalen.

Ongeveer vier jaar geleden bleek dat ik toch niet helemaal op mijn plaats zat in mijn broodbaan. Ik snapte er niets van, ik probeerde zo verschrikkelijk hard om er het beste van te maken. Okee, het was niet helemaal een functie waar mijn hart in lag, maar ach, schop onder de kont en doorgaan maar. De huur moest toch betaald worden?! Vijf jaar lang heb ik het geprobeerd, en natuurlijk waren er tijden dat het beter ging. Uiteindelijk kostte deze baan me al mijn energie, er zat achteraf bezien, geen uitdaging in voor me. Het is dodelijk wanneer je je kwaliteiten niet kunt gebruiken in je dagelijkse bezigheden. Wanneer ik thuiskwam had ik geen energie meer over om dingen te doen die ik leuk vond, en waar ik wel energie van kreeg. Daarbij komt dat het huishouden ook niet een terrein is waarop ik mijn kwaliteiten benutte. En zo gleed ik langzaam weg, met de ogen dicht.

Ik deed mijn stinkende best voor deze baan omdat ik ervan overtuigd was dat ik deze nodig had om de rekeningen te betalen. Bovendien was ik verantwoordelijk voor een gezin, dus ik kon me niet overgeven aan spelen, aan lekker ontdekken en aan vormgeven van ideeën. Dacht ik, wist ik, was mijn overtuiging. Zo worstelde ik en bleef ik een tijdje boven; met de ogen dicht.

Ruim een jaar zit ik in de ziektewet. Regelmatig viel ik uit op mijn werk, ik kon niet meer. Steeds weer bleef ik het toch proberen, dan kwam ik weer een tijdje terug, op therapeutische basis, zoals dat heet. Ik werd er doodmoe van, letterlijk. Mijn lijf weet al lang wat ik niet wilde zien, met als gevolg dat het lijf protesteerde als een gek. Nog liet ik me misleiden en dacht ik dat ik alleen maar fysieke klachten had. Ik wilde zo graag normaal zijn en deze negen tot vijf baan kunnen volhouden. Het grootste gevecht was tegen mezelf. Ik hield alles en iedereen voor de gek, en vooral mezelf, door me altijd maar groot te houden. Ik kon niet meer. Ook de arboarts en het UWV trapten in mijn schijnvertoning en toen ze stelden dat ik weer hele dagen moest werken, stortte het kaartenhuis ineen. Nu ben ik voorlopig volledig arbeidsongeschikt.
Ik verkeer nu in de luxe positie om na te denken over mijn leven. Langzaam zie ik in dat ik zelf mijn grootste vijand ben. Mijn mond vol over het volgen van je hart, en hoe ieder mens zijn eigen pad moet gaan. Ik geloof het ook echt, maar wat doe ik: Met de ogen dicht probeer ik krampachtig vol te houden aan de zelfopgelegde straf dat ik met kunst geen geld mag verdienen, want dat zou te leuk zijn. En een alleenstaande moeder heeft zo haar verantwoordelijkheden, en mag niet spelen, ze moet serieus zijn. Ja, rare overtuigingen kan een mens hebben. Hoe triest. 

Vandaag kwam ik een notitie tegen van jaren geleden. Iemand schreef: ‘Eigenlijk zou je gewoon een goedbetaald kunstenaar moeten zijn.’

Langzaam begin ik die kant op te denken. Ik wil geld verdienen met het maken van leuke, mooie dingen. Als een kind geniet ik wanneer ik mijn Humbles™ teken. Zal ik mezelf eindelijk toestaan om …

Met de ogen dicht denk ik angstig; ‘Nee, ik ben er nog niet.’ Maar ik ben op weg, op de goede weg, maar de weg is nog lang.