donderdag 20 januari 2011

(C20-01-’11) Wie het breed heeft


Ken je dat, een hele tijd zit je haar goed, of misschien goed genoeg, en dan stel je lekker de kapper uit, en opeens, wanneer het het minste uitkomt, zit je haar niet meer in model. Je loopt erbij als een armoezaaier met een uitgegroeid kapsel. 

Ik ben mijn hele leven lang niet vaak bij een kapper geweest, zo was er een (puber-) tijd waarin ik mijn haar zelf knipte. Ik herinner me een keer dat ik schouderlang rood haar had, met een aardige uitgroei. De familie ging een dagje op stap en ik bleef thuis, samen met mijn broertje. Ik keek in de spiegel en dapper besloot ik dat het tijd was om het haar te kortwieken, maar liefst al het rood zou eraf moeten. Zo gezegd zo gedaan, in de badkamer, met een handspiegel tegenover de vaste spiegel en een vrij botte schaar knipte ik er lustig oplos. Op een gegeven moment was de linkerkant van mijn hoofd kort en donkerblond en de andere kant lang en rood, de paniek sloeg toe, ik durfde opeens niet verder. Ik riep mijn broertje en zei dat ik niet meer verder durfde.  “Dan hou je het toch lekker zo, ” zei hij nuchter. Dat hielp, en ik ging door mijn rust terugvindend. ’s Avonds kwam de rest van de familie thuis en zagen een hele andere ik als toen ze vertrokken, inderdaad kort en blond was ik nu.

Later knipte ik niet meer zelf, en ook kleurde ik het niet meer zelf. De tijd van ratteplukjes en henna was voorbij. Als je haar maar goed zit, zeggen ze vaak. Als al het andere faalt zorg je dat je haar goed zit. Ik heb de pech dat mijn haar ontzettend snel groeit, als ik naar de kapper ga en ik kom voor veel geld thuis met een geslaagd kapsel, dan heb ik de pech dat binnen een maand het model al weer eruit groeit, om maar niet te spreken van kleuren. Alle kleuren van de regenboog heb ik gehad, tenminste alle kleuren die een doorsneekapper er in wil doen. Mijn grootste miskleun was Marilyn Monroe-blond, en mijn favoriet was rood met gele strepen, blond in kapperstaal.

Ik begon me steeds meer te ergeren aan die eeuwige snelle uitgroei, had ik een mooie kleur, piepte er in no-time mijn eigen, toen nog, donkerblonde haar door heen, op een gegeven moment vergezeld van enkele extreem lichte haren. Wat was dat nou? Op een gegeven moment besloot ik mijn haren te laten uitgroeien, omdat ik het verven te kostbaar vond worden, en wat bleek, mijn haarkleur had de tand des tijds niet doorstaan, en daar zit ik nu met een grijs hoofd. Gek genoeg is het de enen keer bijna wit en de andere keer komen er nog donkere strepen naar voren, geen idee hoe dat kan. Grijs zijn is een raar iets. Ik vind het lekker om mijn eigen kleur te hebben en niet steeds te hoeven verven, maar het is raar dat je meteen jaren ouder wordt geschat. Daar is niets mis mee, maar ik vind dat toch niet leuk, ik ben dan ook wel eens in de verleiding om het weer te gaan verven, ook omdat ik gewoon erg van kleuren houdt. Aan de andere kant, ik heb de grijze haren verdiend en ben er ook trots op, trouwens de jongste nestvlieder heeft het nest weer opgezocht en is gisteren met al zijn spullen weer terug in mijn kleine huisje gekomen. Nou ja, alles, de helft hij weggegeven of op straat gezet.

Wat ik grappig vind is dat ik de laatste keren door mijn dierbare vriendin in Afrika werd geknipt. Zij heeft een arbeidzaam leven van vele jaren in een kapsalon achter de rug. Het wordt nu een sport om steeds door haar geknipt te worden, maar dan moet er natuurlijk niet te veel tijd tussen mijn reizen gaan zitten. De laatste keer dat ik in Gambia was, is geweest in maart 2010, en nog een klein weekje in mei 2010, zo lang is het dus geleden dat ik bij de kapper was. Tot nu verbaasde ik me erover hoe goed het nog zat na al die maanden, maar deze week is opeens het moment daar en is het model eruit. Het hangt slap en armoedig, zeker met die zware regenbuien de laatste dagen. Ik moet nog twee maanden wachten voor ik naar mijn vaste kapper ga, voordat ik naar mijn vaste kapper in de Gambia ga.

Wie het breed heeft :)

20-01-‘11

Geen opmerkingen:

Een reactie posten