Er zijn natuurlijk foto's van mijn vader, maar voor zover ik weet bestaan er geen bewegende beelden.

Het is een zwartwit film, opgenomen in 1959, mijn vader was toen dertig jaar oud. Eerlijk gezegd speel ik niet de hele film maar ik ga direct naar scene 5. Gespannen zit ik te kijken, en ja, daar komen de dokterfiguranten in beeld.
Ik kijk mijn ogen uit. Zou ik hem in die korte scene herkennen als ik het niet wist dat hij het was, ik denk het niet. Het is heel bijzonder om hem na al die tijd te zien. Ik herken zijn motoriek en ook zijn figuur niet meer. Mijn zusje zegt dat ze zijn stem direct herkent, dat heb ik niet. Ik herken zijn stem niet. Ik weet niet wat ik zie, mijn vader! Jan Willem van de Ven; journalist en in zijn vrije tijd acteur, hij gaf in die tijd als een van de eersten les op een middelbare school in dramatische expressie. We hebben foto's van hem in diverse rollen, van Rembrandt van Rijn tot en met de dief in het Mendelcollege en foto's van hem met acteurs als Albert van Dalsum.
De scene speel ik een paar keer terug en zet hem stil waar hij in beeld is. Ontroerend...
Ik zie wel wat van mijn broers terug. Houding, vorm van het voorhoofd. Ik ben onder de indruk van zijn ogen, veel meer is er ook niet te zien van hem, maar wat een prachtige ogen. Gebiologeerd blijf ik naar het beeld staren. Meer dan ooit heb ik het gevoel dat ik, vaderskindje, hem beter had willen kennen...
Wat een cadeautje Toon, dat ik nu alsnog mijn vader kan zien.
Vanaf nu kijk ik heel anders naar Toon Hermans, hij is voor mij voortaan verbonden aan mijn vader.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten