donderdag 17 maart 2011

( C17-03-’11) De Hereniging, Inshallah


Op een weekje na in mei, is het precies een jaar geleden dat mijn lief en ik samen waren. Het was natuurlijk nooit de bedoeling dat het zo lang zou duren voor we elkaar weer zien. Een geweigerd visum, langdurig in de ziektewet, dat zijn de hoofdobstakels geweest, en dat soort dingen zijn ook meteen de grote nadelen aan een lange afstandsrelatie. Ik zei het al eerder, ik kwam nog nooit zoveel grenzen tegen als in deze situatie van grenzeloze verliefdheid.

Ik moet zeggen dat ik het ook bijna niet meer volhoudt, de afstand is me soms te groot en te lang. De afhankelijkheid ook, om elkaar te kunnen zien zijn we afhankelijk van ambtelijke willekeur (visum), economische omstandigheden (prijs ticket etc. ), werk/ niet-werk, nog even en ik ga mijn tweede jaar in de ziektewet in en dat betekent dat ik naar 70% van mijn inkomen ga, bovendien krijg ik ontslag zo gauw ik beter ben (!) en ook dan is mijn inkomen maximaal 70%. De vraag is hoe ik dan in Godsnaam kan sparen voor een reis naar mijn lief.

Maar vandaag ben ik blij. Morgen zie ik mijn lief weer, Inshallah, als God/ Allah het wil. Ja, het is spannend om elkaar na zo’n tijd weer te zien, er is veel gebeurd in dit jaar, we hebben allebei klappen gehad, net als iedereen natuurlijk. Veel kun je delen via e-mail, sms en soms telefoon, maar veel hou je ook voor jezelf. Je wilt de ander niet te veel belasten, de machteloosheid is groot wanneer je lief aan de andere kant van de wereld even de moed laat zakken. De vreugde is moeilijk te delen wanneer je goede tijden doormaakt met vrienden of familie. Ondanks alle obstakels hebben we intensief contact en voelen we beiden dat onze band, onze basis, steeds steviger wordt. We zijn beiden steeds zekerder van onze gevoelens, van het wederzijdse respect en de diepe pure liefde die we voor elkaar voelen. Dat is waarom we volhouden tegen alle verwachtingen in.

“Ga, en hak knopen door,” zegt een collega als ze me een goede reis wenst. “Het lot grijpt in“ zegt een ander, en er wordt bedoeld dat ik nu vrij ben om naar Afrika te gaan, te emigreren. Het is mijn bedoeling om me bij mijn lief te voegen en samen verder te gaan, maar ik ben er nog niet aan toe. Ik kan mijn kinderen, mijn moeder en mijn katten nog niet achterlaten. Ik heb geen inkomen om mezelf te onderhouden en het inkomen van mijn lief is al te weinig voor hem alleen. Het liefst zou ik ieder jaar een paar maanden naar Nederland komen, maar bij wie zou ik een kamertje kunnen huren waar ik een paar persoonlijke spullen achterlaat en waar ik kan logeren wanneer ik hier ben, en wie vangt mijn post voor me op wanneer ik daar ben? Kortom, ik vind het een hele stap, en het verbaast me soms hoe gemakkelijk mensen zeggen: Ga dan! Terwijl ze zelf van hun leven zo’n stap niet zouden durven nemen. Maar het komt goed. Het zal niet zo heel lang meer duren voor ik er klaar voor ben. Ik heb de tweede helft van 2012 in mijn hoofd als vertrektijd, misschien wordt het iets eerder. De tijd zal het leren.

Voorlopig ga ik voor drie weken, en ik probeer het gemiezemuis zo veel mogelijk uit mijn hoofd te zetten en te genieten van de tijd die mijn lief en ik samen hebben, en ik zal genieten van de familie en vrienden die ik weer ga zien en in mijn armen kan sluiten. Leve de hereniging, Inshallah.

17-03-‘11


zondag 13 maart 2011

(C13-03-’11) En dan is het leven weer een feestje

Ik had het hier al eerder over de speciale coachingskwaliteiten van mijn jongste, maar ik blijf verbluft zijn over wat hij kan en hoe liefdevol hij blijft zoeken om de knoop en de warboel in mijn lijf en hoofd te ontwarren. Dat alleen al is een cadeau van het universum.

Zelf was ik hard op weg om ten onder te gaan in de wanorde in mijn denken, vooral na het aangekondigde ontslag was het volkomen onverwacht alsof ik een klap van de molen had gekregen. Mijn baas vroeg enkele dagen later hoe het met me ging, en ik begin zo ontzettend te janken op mijn werk, te midden van al die jonge vlotte succesvolle collega’s. Ik schaamde me, maar tegelijk vond ik het goed dat mijn baas, en anderen, zien dat het toch niet niets is, om terwijl je al maanden in de ziektewet zit je ontslag aangezegd te krijgen.

Gisteren werd mijn Benjamin eenentwintig, ik was bijna de hele dag alleen thuis dus gelukkig had ik geen slingers opgehangen. Mijn hoofd bleef maar malen, ik kon geen touw vastknopen aan de interne discussie. Het was/ is alsof ik zelf mijn grootste vijand ben. Pijnlijk. ’s Avonds bleef mijn schatje tegen me aanpraten, en ik wilde niet meer, maar hij ging door. Hij probeerde de kern van al mijn opmerkingen, klachten en losse flodders te pakken te krijgen. Uiteindelijk pakte hij potlood en papier en zette een schema neer, en door dat schema door te lopen en door te praten kwam er steeds meer rust in mijn hoofd. Nee, ik ben niet gek, ik ben mijn verstand niet aan het verliezen. Die innerlijke strijd kwam ook heel duidelijk in beeld.

De heling, de zelfgenezing bestaat uit het heel maken van de verschillende facetten van mij en in mij, en in iedereen uiteindelijk. Het ziekmakende gevecht in mij komt uit de strijd tussen mijn conditionering, wat denk ik dat er van mij wordt verwacht, wat verwacht ik van mijzelf, tegenover de dringende behoefte om vrij te zijn, om autonoom te zijn, mijn eigen weg te gaan.
Het is prachtig hoe ik deze begrippen eerder tegenkwam in voor mij belangrijke boeken, verhalen, maar nu pas begrijp wat er aan de hand is in mij, in veel mensen, met name wellicht in kunstenaars (!?).

Natalie Goldberg heeft het in haar boek: Wild Mind, living the Writer’s Life, in dit verband over de Wild Mind versus de Monkey Mind. Het is vier jaar geleden dat ik het las, en nu pas voel ik wat ze bedoelde. De Monkey Mind, de na-aap mind, bestaat uit de waarden en normen, de samenleving, je opvoeding, De Wild Mind is je authenticiteit, je bron, het is puur en echt.

Hetzelfde verhaal komen we tegen in Paolo Coelho’s: De Alchemist. Ik noemde het al eerder, het is belangrijk dat een mens zijn eigen weg vindt en gaat, leef je legende! Daar leert de Alchemist om lood in goud te veranderen.
Citaat: “Wat je nog moet weten is dit: voor ze een droom verwezenlijkt, wil de ziel van de wereld altijd eerst nog testen wat je onderweg hebt geleerd. Ze doet dat niet om je te sarren, maar om samen met je droom ook de lessen te laten verweven die je leert terwijl je werkt aan je droom. Dat is het moment waarop de meeste mensen afhaken. Dat is wat wij in woestijntaal noemen:’Sterven van de dorst terwijl de palmbomen reeds opdoemen.’ De jongen moest denken aan een oud spreekwoord van thuis: het donkerste uur is het uur voor de zon opkomst.
“Geef je niet over aan wanhoop, dan kun je niet praten met je hart.”
Je hart staat hier voor de kern, het autonome, versus de Monkey Mind, het aangeleerde.

Het is waar, zo nu en dan geef ik me over aan wanhoop, dan verlies ik het overzicht en de controle. Het schemaatje dat mijn Benjamin voor mij maakte op de dag van zijn officiële volwassenheid, helpt mij om de draad weer op te pakken die ik na mijn ontslagaankondiging opeens even kwijt was.

Het leven is een feestje. Mijn leven is een feestje, met een zoon die mij begeleidt op de weg terug naar gezondheid, heelheid, via zijn liefde, aandacht en coaching en een zoon die mij begeleidt op de weg terug naar gezondheid, heelheid, via zijn wonderlijke meditatieve muziek, die ik tijdens dit schrijven op mij laat inwerken. Deze muziek is te beluisteren op http://www.amorphae.com.

En nu ben ik eindelijk klaar om volop te genieten van het feit dat mijn lief en ik over slechts enkele dagen samen zullen zijn.

En zo kom ik terug bij mijn persoonlijk gebed dat ik in een van mijn eerste teksten neerzette:



13-03-‘11

donderdag 10 maart 2011

(C10-03-’11) Als je jongste 21 wordt


Eenentwintig jaar geleden liep ik op alledag, ik was uitgerekend op de eenentwintigste, maar omdat de oudste twee weken eerder was geboren verwachtte ik bij de tweede dat hij meer dan twee weken eerder zou komen. De tweede komt vaak sneller zeggen ze. Wat een tijd geleden en wat veel is er gebeurd in die jaren.

Toen ik twee maanden zwanger was kwam ik alleen te staan met de kinderen, dat was natuurlijk niet de bedoeling maar ik ging er voor en heb geprobeerd er het beste van te maken. Soms ging het wat beter en soms wat minder, net als bij een tweeoudergezin. Of toch anders? Achteraf gezien waren er te weinig reserves om klappen op te vangen, emotionele maar ook financiële klappen. Ze zeggen wel dat je als moeder niet ziek kunt zijn, en dat is ook zo, je moet door. De kinderen moeten verzorgd worden, naar school, eten etc. Ziek of niet. En zo kan het gebeuren dat na eenentwintig jaar wanneer je bijna moeder- af bent dat je rare klachten krijgt, eerst fysiek, en als je het dan nog niet doorhebt ook emotioneel. En dan komt er een moment dat je niet tot rust kunt komen, de aanleiding kan iets vaags zijn als bijvoorbeeld ontslag krijgen op je werk. 

Over het algemeen is de combinatie van alleenstaand ouderschap en werken teveel van het goede, zeker wanneer je niet iemand bent die makkelijk om hulp vraagt en alles zelf meent te moeten doen.
Als je jongste eenentwintig wordt, dan mag je trots omkijken en zien dat het gelukt is, natuurlijk heb je als ouder onderweg steken laten vallen, dat is alleen maar menselijk. Natuurlijk neem je jezelf dat kwalijk, maar je hebt alle recht om je op de borst te slaan dat je je staande hebt weten te houden, op je eigen manier. Je weet dat jouw eigen manier goed is, ook al blijf je maar vergelijken met hoe je denkt dat het hoort. De kinderen zijn mooie min of meer volwassen mannen geworden, klaar om hun eigen weg te gaan.

Als je jongste eenentwintig wordt dan besef je dat de jaren ook voor jezelf voorbij zijn gevlogen. In de spiegel zie je een vrouw die onmiskenbaar van middelbare leeftijd is, maar zo voel je je niet. Okee, soms voel je je tweehonderd, maar meestal voel je je een jonge meid en ben je verbaasd als de mensen je met ‘u ‘ aanspreken. 

Eenentwintig jaar, drieëntwintig jaar vanaf de geboorte van de eerste zoon. Tropenjaren als alleenstaand moeder vanaf het begin, Tropenjaren zijn vermoeiend en tellen voor twee, maar tropenjaren geven ook voor twee warmte en zon, en prachtige ervaringen die je voor geen goud in de wereld zou willen missen. In een eenoudergezin is de band vaak sterker omdat je meer op elkaar bent aangewezen. 

Als je jongste eenentwintig wordt mag je misschien wel een stapje terug doen, je hebt een enorme taak volbracht, het is tijd om uit te rusten en langzaamaan weer aan jezelf te gaan denken.

Als je jongste eenentwintig wordt.

10-03-‘11

zondag 6 maart 2011

(C 06-03-’11) Loslaten is het motto


Vandaag bezocht ik een spirituele beurs. Jaren geleden was ik op dezelfde plaats en ik herinner me dat ik het erg amateuristisch vond, wat tafeltjes in gangen van een buurtcentrum, een paar kale klaslokalen, dat was het wel. Vandaag was dat het weer, in eerste instantie was ik teleurgesteld. Kom ik daarvoor hierheen gefietst. Niet dat het nou zo ver was, maar toch. Vantevoren heb ik op de website en Facebookpagina gekeken wat en wie er zoal kwamen, dat was veelbelovend. Er zou zelfs een lezing komen waar ik in was geïnteresseerd, deze lezing werd gegeven door Inanna, een bewustwordingscoach. Haar lezing ging over “loslaten.”

Loslaten interesseert me, ik heb een hoop los te laten op het moment. Wanneer je vanuit je hart leeft, is het bijna onmogelijk om en moeder, en zus, en dochter, en schilder, en deel van een samenleving in het algemeen, en ook nog eens te werken. Dat is een veel te intensief leven, aldus de spreekster, en dit sprak me aan. Het is te veel. Dat is één van de dingen die ik probeer los te laten; het idee dat ik het allemaal tegelijk en allemaal heel goed moet doen. Ik moet toegeven dat het me niet lukt om én te werken, én een leuke sociaal leven te hebben, én de kinderen goed op te voeden, nog beter dan wanneer ze twee ouders hadden gehad, én dat ik nog leuk ga sporten, en er natuurlijk ook nog flitsend uit te zien. En toch voel ik me er schuldig over terwijl ik met mijn verstand weet dat het goed is zo. Loslaten is ontlasten. De spreekster legde de relatie tussen loslaten en haar persoonlijke stoelgang die jarenlang van slag was. Het was een sprekend voorbeeld en het laat me beseffen dat loslaten ontlasten is, dat het loslaten ook een last van je schouder kan nemen, het kan een last van je hele – ziekgeworden- lichaam afnemen. 

De magiër. Ik ben gek op magiërs, mijn verbeelding slaat al gauw op hol, en voordat ik naar de beurs ging zag ik dat Eric de Magiër ook kwam en ik vroeg me vantevoren in gedachten af of hij kon toveren dat mijn schilderijen worden verkocht. Toen ik hem ‘s middags zag zitten op de beurs kon ik een glimlach niet onderdrukken. Ik ben een grote meid en weet dat magiërs niet bestaan en niet kunnen toveren. Verdomme! Onzin! Ik geloof wel in magiërs, en ik geloof wel dat ze kunnen toveren, met heel mijn hart en ziel weet ik dat een magiër kan toveren. Ook dat moet ik loslaten; het idee dat een magiër niet bestaat omdat een heleboel mensen zeggen dat hij niet bestaat. Ik weet wel beter, ik had een hartstikke leuk gesprek met hem, ook al zei hij dat hij zijn eigen schilderijen niet eens kon verkooptoveren. Ik blijf in toveren en magie geloven, en alle negatieve, boosaardige stemmen die anders beweren wil ik loslaten.

De beurs was nog steeds klein en wat armoedig qua entourage, maar ik heb er toch weer wat opgestoken dat ik weliswaar al lang weet, maar dat goed is om opnieuw te horen en uit een andere hoek: Loslaten is het motto.
06-03-‘11

dinsdag 1 maart 2011

(G 01-03-’11) Terug naar de Bron



Laat me terugkeren naar de Oorsprong
            Volkomen rust en vrijheid
            De ultieme ont-moeting
Wanneer is mijn taak hier volbracht

Ik kijk uit naar de her-eniging
            En zal niet langer alleen zijn
            Heel zijn, met alles
Zoals het is bedoeld

Mijn geest is moe, geknakt
            Ik moet weer vrij zijn
            Me laten meevoeren op de wind
Ik wil weer heel zijn

Afscheid, tijd voor afscheid
            Van een illusie
            Ik heb het gevecht verloren
Omdat het niet waarachtig was

Onderweg ben ik vergeten
            Dat ik vleugels had
            Ik kroop over de grond
Omdat ik mijzelf misleidde

Ik ben niet van hier
            Het spel heeft me gebroken
            Mij rest de behoefte aan stilte
            Om weer te kunnen groeien
En mijn vergeten vleugels terug te vinden



01-03-‘11