vrijdag 31 december 2010

(C31-12-’10) Bijna voorbij


Het is zo ver, bijna is het voorbij. Voorbij, niet meer terug te halen, behalve als herinnering. Er is weer veel gebeurd, goede dingen en minder leuke dingen. Het is een waardevol jaar geweest, echt waar. Dingen worden duidelijker voor me. Een van de belangrijkste lessen is voor mij geweest, dat ik zie dat wat er ook gebeurt, dat ik overeind blijf. Natuurlijk heb ik soms pijn en verdriet, zelfs wanhopig geweest, maar ik lijk er sterker uit te komen. Heel langzaam lijkt het of ik leer om een zeker onderscheid te maken tussen dat wat van mij is, en dat wat van een ander komt. Het volgende citaat heeft me op die weg gezet: 
"* Er bestaat een parallel tussen het autonomie-principe van de psyche en de autonomie op het lichamelijk gebied, zoals je die ziet bij auto-immuunziekten. Bij de autonomie van de psyche is er sprake van psychische verwarring over wat bij je hoort en wat niet van jezelf is. Dus: wat wil ik nu zelf en wat willen anderen dat ik doe? En bij een auto-immuunziekte is er soortgelijke lichamelijke verwarring of verstoring. Het immuunsysteem kan dan namelijk niet langer goed onderscheid maken tussen lichaamsvreemde en lichaamseigen stoffen, waardoor het lichaam ook lichaamseigen stoffen gaat afbreken.*" (Citaat: http://www.homeopathie-utrecht.nl/t_d_immune.htm)

Daarnaast zie ik in dat ik als moeder niet altijd meer degene ben die het meest geschikt is om mijn eigen kinderen op te vangen wanneer het tegenzit. Dat is deel van een merkwaardig en mooi groeiproces. Moederschap, je groeit er in en je groeit er weer uit. 

Door alle tegenslagen heen zijn mijn lief en ik overtuigder dan ooit dat we samen willen zijn, en de rest van ons leven (zoveel mogelijk) willen delen. Door het langzaam loslaten van het dag tot dag moederschap gaat het ook meer mogelijk worden om mijn kinderen achter te laten, ze lijken het steeds beter af te kunnen zonder mijn bemoeienis. Daardoor kan ik de dag tot dag waan van het moederschap misschien ook bijna loslaten.

Het kost me na al die maanden nog steeds moeite om te accepteren dat ik nauwelijks kan werken, dat ik nog steeds bij twee halve dagen per week kapot ben. Ik gebruik deze tijd zo goed mogelijk door mij bezig te houden met zelfgenezing, een boeiend proces waarbij ik erg naar mijn innerlijke wijsheid moet luisteren. Om te kunnen luisteren heb ik rust in mijn hoofd nodig.

Het proces van zelfgenezing gaat traag maar het is erg boeiend, ik heb nooit beseft hoe weinig ik eigenlijk afweet van het lichaam, en de geest, en de wisselwerking tussen deze twee, eigenlijk drie, met spiritualiteit erbij. Intuïtief heb ik altijd geweten dat alles met elkaar samenhangt maar dit wordt me door de zelfgenezing steeds duidelijker. Deze samenhang geldt voor mij niet alleen tussen lichaam, geest en ziel, maar ook mondiaal, zelfs universeel. Wat hier in Nederland gebeurt, kan direct invloed hebben op iets aan de andere kant van de wereld, en andersom. In die zin is het voor mij vanzelfsprekend dat je voor elkaar zorgt, en voor het milieu zorgt, voor een fatsoenlijk politiek klimaat. Natuurlijk maken we allemaal fouten en hebben we onze onvolkomenheden, maar het is het streven dat telt. 

Bijna voorbij?
Het jaar wel maar het proces van ontwikkeling en ontdekking gaat gelukkig gewoon door.

31-12-2010

dinsdag 28 december 2010

(C 28-12-’10) Het is zoals het is

Lang, lang geleden, toen ik nog een middelbare scholier was had ik les in filosofie en levensbeschouwing van een opmerkelijke man, een denker met een Brabantse tongval. Correctie, ik was geen middelbare scholier meer, ik zat op de Sociale Akademie, een van de vele opleidingen die ik heb gevolgd. De man vertelde dat de mens twee grondbehoeften heeft: De behoefte zoveel mogelijk oorzaak te zijn van zichzelf, en: De behoefte door een ander verlangd te worden. Over de tweede behoefte gaan direct danwel indirect veel van mijn stukjes wanneer ik het heb over mijn lief, maar nu wil ik het hebben over de eerste grondbehoefte, namelijk om zoveel mogelijk oorzaak te zijn van jezelf. Hoewel het zeker hier in het westen een steeds vaker voorkomende gedachte is dat het leven maakbaar is, zijn er natuurlijk altijd momenten dat je stil moet staan en toe moet kijken hoe er wordt ingegrepen in je leven zonder dat je daar op het eerste gezicht grip op hebt.

Een visumaanvraag wordt afgewezen, je stelt verantwoordelijken de vraag waarom? Volgens het antwoord zouden er verkeerde, zeg valse documenten zijn ingeleverd. Vol onbegrip stel je nogmaals een vraag: leg me uit welke documenten. Het antwoord dat je krijgt is helemaal verbazend, de werkverklaring van je lief zou vals zijn. De man is een hardwerkende burger die sinds jaar en dag zijn steentje bijdraagt aan de economie door dag en nacht te werken, bijna tot hij er bij neervalt. Verschillende malen heb ik hem op zijn werk bezocht en gezien hoe hij daar zijn uiterste best doet om het goede te doen. In de uitoefening van zijn functie is hij zelfs op de nationale televisie geweest. Juist hij, die er voor kiest om in zijn land te blijven en een positieve bijdrage aan de opbouw van het land te geven, juist hij wordt zo behandeld. Stank voor dank, willekeur. Natuurlijk we zijn boos, gefrustreerd en verdrietig. Graag zouden we meer oorzaak van onszelf willen zijn, het is moeilijk te accepteren dat het is zoals het is.

Over het algemeen geloof ik dat dingen gebeuren met een reden. Die reden hoeft nog lang niet duidelijk te zijn op het moment dat er iets gebeurt, maar vaak kun je terugkijkend begrijpen wat de betekenis van een gebeurtenis voor je levensweg is geweest. Dit geloof lijkt tegenstrijdig aan de grondbehoefte zoveel mogelijk oorzaak te zijn van jezelf, maar ik denk dat er twee niveaus zijn waarop je je leven kunt bekijken. Het dagelijkse leven met zijn lachjes en pijntjes, en een hoger niveau waar kleine lachjes en pijntjes er niet meer toe doen.

Op dit moment zie ik echt de lol niet in van de onmacht en willekeur rond een visum, en veel andere confrontaties met bureaucratische acties trouwens. Af en toe verzin ik positieve betekenissen als, we worden getest, onze band wordt steeds sterker door dit soort ervaringen, of, misschien is het maar beter dat hij niet in deze afschuwelijke kou hierheen komt, en, nu hebben we het nog tegoed. Uiteindelijke pogingen om om te gaan met het feit dat je soms zo weinig oorzaak bent van jezelf.

Ik beken, ik vind het niet altijd makkelijk om toe te geven dat het is zoals het is.

28-12-‘10

vrijdag 24 december 2010

(C 24-12-’10) Nou zeg

Het is soms een dilemma wat ik opschrijf. Ik wil niet te veel zeuren over gezondheid en/ of andere tegenvallers, maar het maakt tegelijk een reëel deel uit van het leven. Daar ga ik dus even, je bent gewaarschuwd en kunt nu nog afhaken.

De vorige week kreeg ik het boek “Heden ik” van Renate Dorrestein in handen, waarin ze vertelt over de periode dat ze ME had. De eerste keer dat ik het snel doorbladerde dacht ik dat ik niets herkende en dat het allemaal veel erger was dan bij mij. Ik had ook niet zo’n zin om andermans ellende te gaan lezen. (Wie wel?) Toch pakte ik het boek een paar dagen terug op en begon te lezen en te lezen. Toen ik ophield had ik letterlijk geen lucht in mijn hoofd. Had ik al die tijd mijn adem ingehouden?, in ieder geval zag het eerste hoofdstuk dat ik had gelezen helemaal blauw van de onderstrepingen. Iedere keer als ik iets herkende onderstreepte ik het met een blauwe pen. Dat was schrikken, en tegelijk een bevestiging: ik heb iets. Er zijn meer mensen die dat vage iets hebben, hoera. De term ME wordt nauwelijks meer gebruikt en er wordt hetzelfde mee aangeduid als CVS, Chronisch Vermoeidheid Syndroom. De belangrijkste kenmerken (bij mij) zijn, uiteraard een vreselijke vermoeidheid, zoals bij een stevige Pfeiffer hetgeen vaak een “trigger” blijkt voor CVS. Daarnaast concentratiestoornis, geheugenverlies, last van je ogen en weken spieren met spierpijnen in de aanhechtingspunten. Dat laatste begint mij op het moment echt parten te spelen. Mijn polsen, gelukkig nog vooral mijn linkerpols, wordt ongelooflijk pijnlijk waardoor ik moeite krijg met schrijven (!), en met een boek vasthouden. Shit. Er bestaan tegenwoordig gespecialiseerde CVSklinieken, dus bedacht ik bijdehand dat ik me daar maar eens aan zou melden. Tot mijn grote schrik zitten ze helemaal vol, zelfs wachtlijsten zitten helemaal vol. Of ik in maart maar terug wil bellen om te kijken of er een plekje vrij is op de wachtlijst. Wat is er aan de hand met de samenleving dat deze klinieken vol zitten?

Ik krijg wel eens verbaasde opmerkingen van mensen die mijn teksten lezen en de ontwikkelingen in mijn leven volgen, en mij daarna in “het echt” spreken, dat ik veel vrolijker ben dan ze verwachten. Het verbaast mij soms ook. Ik kan niet ontkennen dat er vervelende dingen gebeuren, soms is het mij ook even teveel. Ik kies er voor om mijn leven niet te laten vergallen door tegenslagen. Ik wil zoveel mogelijk kijken naar de positieve dingen die er uiteraard ook zijn. Zo geniet ik erg van het schrijven, en als mijn ogen en vermoeidheid meewerken, geniet ik erg van een paar mooie boeken waarin ik bezig ben. Het is erg maar af en toe kan ik genieten van de rust in mijn hoofd nu ik niet hele dagen werk. Ik hoef nu alleen maar dingen te denken die ik wil denken. Het is heel afschuwelijk dat we geen invloed hebben op het krijgen van een visum en dat mijn lief en ik gedwongen niet bij elkaar zijn deze dagen, absoluut waar. Op zijn Hollands gezegd is dat “zwaar kut”, maar tegelijk groeit onze band met de dingen die we meemaken en hoe we daar samen uitkomen en elkaar, wanneer de moderne communicatiemiddelen meewerken, in kunnen steunen. De warme steun van vrienden ver hier vandaan, maar in meeleven heel dichtbij, geweldig. Nou ja, zo kan ik wel even doorgaan, maar ik heb het al eens eerder gezegd: het is niet wat je meemaakt maar het is hoe je er tegenaankijkt.

Maar eerlijk is eerlijk, bij ieder aankondiging van “All you need is Love”op de televisie, schiet ik wel even vol.

24-12-'10

woensdag 22 december 2010

(G 22-12-'10) Decemberwensen

Kunnen we nog terug, of liever vooruit,
naar een samenleving waarin we de kinderen beschermen,
waarin we iedereen die dat nodig heeft beschermen?
Laten we weer voor elkaar gaan zorgen,
en gasten voortaan welkom heten in dit land.

Dat zijn mijn wensen deze feestdagen en nog heel lang daarna.

zondag 19 december 2010

(C 19-12-’10) Onverwacht toch sneeuwpret

Als er iets is waar ik slecht tegen kan, dan is het kou. Hoewel geboren en getogen in dit land kan ik er maar niet aan wennen. Het begint al ergens in de herfst wanneer die dag komt dat ik er niet meer omheen kan: de sokken moeten toch echt aan omdat blote voeten niet meer verantwoord zijn. Sokken, schoenen, op de een of andere manier wil ik ze niet aan mijn voeten. Ik ben een blote voeten loper, met blote voeten ben ik in mijn element en voel ik me vrij. Hetzelfde geldt voor al die lagen kleren die ik aan moet om me te beschermen tegen de kou. Ze zitten me in de weg en staan me tegen.

Ik kan mijn lol dus op deze dagen, dat is zeker waar. Het liefst kom ik zo weinig mogelijk buiten. Koud, nat, guur, donker. Gatver.

En toch, vandaag moest ik er even uit, een pakketje ophalen ergens aan de andere kant. Geloof het of niet, ik vond het niet eens zo erg. De vele sneeuw die is gevallen en blijft liggen, maakt dat de wereld op de een of andere manier er onschuldig en vers uitziet. Alsof het de eerste dag van alle dagen is. Je ziet geen afval, geen hondenpoep op straat, zwerfvuil is aan het oog onttrokken. Je loopt op straat alsof je in een sprookje meespeelt. Je voeten heel hoog optillen en dan neerzetten in een hoge spannende laag sneeuw. De bomen, struiken, hekjes, zelfs huizen, vooral de daken, ze spelen allemaal mee in hetzelfde sprookje. Als een klein kind liep ik te genieten. Ik had, uiteraard, mijn camera meegenomen, een kleintje, zo’n snapshot dingetje. Hoewel ik een kleurenmens ben, hoe meer kleur hoe beter normaal gesproken, vind ik het fascinerend zo’n wereld zonder kleur. Het licht is ook heel helder en fris, heel anders dan op een grauwe regendag, dan is er ook geen kleur te zien, maar dan is somberheid troef. Nee, vandaag maakte het licht en het wit me vrolijk.

Vandaag heb ik genoten van de sneeuw, onverwacht.

Onverwacht ook, omdat ik even vergat dat ik intens verdrietig ben omdat mijn lief niet bij me is. Dankzij de ambassade en het consulaat die daarover gaan, en na bijna tien weken nog steeds geen antwoord geven op de visumaanvraag, is gisteren akelig stil voorbij gegaan. Gisteren was de dag dat we eindelijk na al die maanden hoopten elkaar weer te zien. Meer dan anders lijkt het er op dat het een stille koude decembermaand gaat woorden. Ik hou mijn hart vast.

Vandaar: Onverwacht, dubbel onverwacht toch sneeuwpret
Maar genoeg is genoeg, laten we niet overdrijven!

19-12-‘10

woensdag 15 december 2010

(C 15-12-’10) Tot gauw, mijn lief

Overmorgen zie ik je eindelijk weer. Eindelijk, ik mis je. Ik mis je al weer zo lang. Het is te lang geleden dat ik je in levende lijve zag en ik mis je lieve lach, je humor en je wijsheid. Ik mis je warmte. Ik ben zo blij dat we elkaar nu weer gaan zien. Eindelijk kan ik je voorstellen aan mijn moeder en aan mijn zoons. Het is belangrijk voor me dat jullie elkaar kennen.

Negen weken geleden vroegen we je visum aan. Ruim op tijd want het kan weleens lang duren. Wachten, wachten, wachten. Mijn lief, je belde af en toe naar het consulaat en kreeg dan te horen: “Misschien is het er vrijdag.“ Wachten, wachten, wachten. Ik ben gaan bellen naar de ambassade in Dakar. Geen gehoor, geen gehoor, in gesprek, geen gehoor. Een halve dag verder hoor ik dat ik woensdagmiddag tussen one thirty en two thirty lokale tijd terug moet bellen naar de consulaire afdeling. Er is een uur tijdsverschil dus bel ik even na half twee, een uur later dan one thirty. Shit, one thirty is geen half een maar half twee. Een allervriendelijkste dame legt me uit dat ik te vroeg bel, of ik over een uurtje terug wil bellen. Over een uurtje bel ik terug. “Bonjour madame, est-ce que c’est possible de parler anglais? ‘’ Heel veel excuses, maar deze lieftallige vrouw had niet in de gaten dat de collega’s die er moeten zijn er niet zijn. Helaas u belt voor niets. U kunt wel een e-mail sturen en dan ontvangt u beslist snel een reactie. Een e-mail gestuurd dan maar. “Kunt u laten weten of mijn lief en ik de kerst en oud&nieuw samen kunnen vieren?” Ik wacht een week en schrijf dan opnieuw, we hebben namelijk nog maar een paar dagen. “Alstublieft, kunt u mij vertellen of er nog hoop is?” Dan krijg ik een reactie dat ze bezig zijn met het dossier en dat ze hun best doen. Misschien sturen ze het visum voor vrijdag nog naar Gambia. Inmiddels is het bijna donderdag. Wachten, wachten, wachten. Vrijdag 17 december is een nationale vrije dag. Er wordt dan niet gewerkt.

Wat nou als?
Ik boek meteen een reis om naar jou toe te gaan, eindelijk. Jammer jammer dat je niet mag komen, maar ik kom dan wel naar jou. Oh shit, ik zit al een half jaar in de ziektewet, en ik zie geen enkele vooruitgang. De arbo-arts ook niet, en mijn baas al helemaal niet. Hoe kun je een reis boeken wanneer het je niet lukt om twee halve dagen per week te werken. Het is geen vakantie, het is noodzaak. Ik moet je weer zien na al die tijd, de gedwongen scheiding maakt me nog zieker. Voor het geval dat, heb ik mijn huisarts gevraagd of ik met mijn auto immuun ziekte Malarone kan slikken, een paardenmiddel tegen malaria. "Het is rotzooi, maar het is belangrijk dat je je man ziet," was zijn antwoord. Zou mijn baas dat ook vinden?

Tot gauw, mijn lief

15-12-‘10

zaterdag 11 december 2010

(C 11-12-’10) Afscheid, neemt zijn tijd

De tijd is nu aangebroken om voorgoed afscheid te nemen van die twee kleine warme lijfjes die ik op de wereld zette, die kleine warme lijfjes die mijn lijf ooit bezetten. Vanaf de geboorte begin je met afscheid nemen. Wat eerst deel van mij was werd steeds afstandelijker, groeide zelfstandig en zelfstandiger verder. Vol verbazing keek ik vaak naar het nageslacht en zag dat ze mensen werden. Mensen met eigen wensen en eigen meningen, mensen met eigen talenten en een eigen wil tot overleven.

Tot tranen toe bewogen hoor ik Ramses Shaffy zingen: “Laat me, laat me, laat mij mijn eigen gang maar gaan.” Wellicht is dat het moeilijkste onderdeel van moeder zijn; het vrijlaten van de nestvlieders. Het lijkt erop dat ze eindelijk echt het nest verlaten. Eindelijk, omdat de eerste poging vijf jaar geleden werd ondernomen. Het eerste fysieke afscheid werd vijf jaar geleden in gang gezet. De eerste nestvlieder kwam terug, en ging weer, een tijdje later, en kwam weer terug. De tweede nestvlieder is inmiddels bijna een jaar geleden uitgevlogen.

Het is zeker niet alleen het fysiek afscheid nemen, hoewel dat ook een vreemde stap is: van alleenstaande jonge vrouw, naar moeder en nog een keer naar moeder, naar eenoudergezin, naar alleenstaande vrouw op leeftijd. Nee, het echte afscheid nemen gaat verder. Er was een tijd dat ik dacht dat ik de kinderen kon beschermen, hetgeen ik als een deel van mijn taak als opvoeder zag. Al snel merkte ik dat ik de pijn en de levenslessen niet buiten kon sluiten, hoe graag ik dat vaak ook had gewild. Ik hoop dat het is gelukt om ze genoeg kracht en zelfvertrouwen mee te geven dat ze in staat zijn om klappen op te vangen, maar zeker ook om de weelde van succes te kunnen dragen.

Het loslaten van de zorgen die ik me maak wanneer ze zo anders leven als ik dat zelf zou doen, maar ook het steunen dat ik ongemerkt ben gaan doen op die twee grote mannen. De adviezen, de wijze raad die ze me gaven en geven. Ik moet het weer zelf gaan doen, en ik moet de jongens, de mannen vrijlaten om hun eigen leven te gaan leven. Ik moet ze vrij laten om zonder zorgen over hun moeder hun eigen pad verder te gaan. Ik moet de verantwoordelijkheid nemen om goed genoeg voor mijzelf te zorgen zodat ze vrij zijn in hun hoofd, zodat ze zich niet hoeven af te vragen of het wel goed gaat met me. Ik moet mijzelf nog een stukje opvoeden.

Jazeker, afscheid nemen komt ook van twee kanten. We waren en zijn geen doorsneegezin, veel dingen doen we op onze eigen manier. Het voelde soms alsof wij met zijn drieën tegen de wereld moesten vechten. Nog steeds is er vaak dat gevecht tegen de middelmaat, het middelmatige. We vechten alle drie voor het leven van onze passie, ieder op zijn eigen manier. Wanneer we met zijn drieën samenzijn gebeurt er soms iets magisch, alsof we samen boven onszelf uitstijgen. Alle drie zuchten we soms dat er niemand is die ons zo begrijpt als wij samen.

Maar goed, laat ik het nou niet mooier maken dan het was, de ergernissen en ruzies waren er natuurlijk ook. Het is voor alle drie tijd om weer verder te gaan, en hopelijk is de basis sterk genoeg om het nu zelf te proberen. Leeftijd maakt hierin niet eens zoveel verschil, alle drie nemen we vaak goede en soms verkeerde beslissingen, maar vooral is er “Lust for Life,” nieuwsgierigheid naar wat er komt.

Afscheid, neemt zijn tijd, maar bereid je voor op de volgende stap op je levenspad.

11-12-‘10




maandag 6 december 2010

(C 07-12-’10) Vroege decemberblues

Zo’n zeurderig gevoel in mij. Wat is er aan de hand. De decemberfeesten worden door mij niet of nauwelijks meer gevierd sinds de kinderen groot zijn. Toch wat weemoedig wanneer je niets viert en alle feesten voorbij laat gaan.

De oudste zoon gaat over twee weken het huis verlaten, nu echt, om weg te blijven en niet meer terug te komen. Hoog tijd, voor alle partijen, maar toch. Dan is het echt voorbij. Niemand om tegen te praten wanneer je thuiskomt, niet meer zijn verhalen horen over alle wonderlijke dingen die hij meemaakt. Niet meer ergeren aan het volume van zijn muziek, maar ook niet meer ontroerd raken door de vaak prachtige klanken in huis. Toch is het goed zo.

Morgen ga ik bellen naar de ambassade in Dakar om te horen of ze iets meer weten over het visum dat we zeven weken geleden hebben aangevraagd. Een beetje eng, nu heb ik nog hoop dat het misschien nog op tijd komt, en dat mijn lief met kerst en oud & nieuw bij me zal zijn. 

Vandaag las ik in het boek The Healer Within, over zelfgenezing. Fascinerend. Per keer lees ik maar een paar pagina’s die ik daarna op me in laat werken. Veel zelfgenezingstechnieken zijn heel oud en komen over de hele wereld voor. Jammer genoeg kennen veel mensen de wonderlijke gave van zelfgenezing niet meer. Ik ook niet. Wanneer ik erover lees dan klinkt het vanzelfsprekend en eenvoudig. Vertwijfeld vraag ik me af hoe ik zo ver van het pad ben geraakt. Lichaam, geest en ziel, kunnen wanneer ze in balans zijn jouzelf genezen. Zelfzorg en preventie zijn hierin erg belangrijk. Een groot deel van alle ziekten is te voorkomen wanneer je leert luisteren naar je lichaam, geest en ziel.

Je lichamelijke, geestelijke en emotionele gezondheid wordt gevormd door: ·
 Je attitude, de kracht van je gedachten is enorm, daarom is het belangrijk om jezelf aan te leren positief te denken. Vreemd genoeg is dat nog vrij moeilijk om te doen en je moet jezelf hier steeds van bewust blijven.
Je leefstijl, gezonde voeding, voldoende beweging, gezonde relaties, prettig werk, dat zijn allemaal elementen voor een goede leefstijl.
Je zelfzorg, de keuze voor zelfgenezing en gezondheidverbetering.

Persoonlijk vind ik de volgende opmerkingen confronterend, en ze zetten me aan het denken: De een is altijd moe en gefrustreerd, en een ander is energiek en stralend. De een is een slachtoffer en de ander is rolmodel. De een is deel van de oplossing terwijl de ander deel is van het probleem.

Zoals ik al eerder zei, klinkt het kinderlijk eenvoudig en vanzelfsprekend. Het belang van zelfzorg en zelfgenezing is iets dat ik altijd heb geweten maar dat kennelijk nooit echt heeft beklijfd. Ik vind het raar hoe je soms belangrijke dingen weet maar weer kunt vergeten. Jaren later ontdek ik dan dingen die ik al heb geweten. Ik begin in te zien dat gezondheid niet van buiten maar van binnen komt. Alertheid en waakzaamheid zijn nodig om gefocust te blijven.

Vroege decemberblues; Just a state of mind en die gaan we ombuigen dus.

07-12-'10

vrijdag 3 december 2010

(C03-12-’10) Brrrr…. Over emigratie, visum en ware liefde


Het is al weer zo lang geleden dat de herinnering meer op fantasie lijkt. In mei, nu zeven maanden geleden, was ik voor het laatst bij jou. En week slechts, omdat ik twee maanden daarvoor drie weken bij je was geweest. In een opwelling boekte ik in mei een extra weekje omdat ik je zo treurig vond. Je was oververmoeid van je werk en je fulltime universitaire studie, en dan natuurlijk alle verplichtingen aan je familie en de gemeenschap. Dat is één van de dingen die ik zo in je waardeer, dat je je voor alles en iedereen inzet. Helaas gaat dat soms ten koste van jezelf.

Het is zeven weken geleden dat we je visumaanvraag hebben ingediend en we zouden vanaf een week of drie iets kunnen horen. Het is de bedoeling dat je met Kerst en oud en nieuw hier bent, en dan kennismaakt met mijn familie, en dat je door hier te zijn een uitgebreider beeld krijgt van mijn leven hier in Nederland. Ik kan niet wachten om je hier te zien. Ik kan sowieso niet wachten om je te zien, waar dan ook. 

Een lange afstandsrelatie is een raar iets. We zijn verbonden en tegelijk alleen. Doordat we elkaar regelmatig schrijven, weten we waarschijnlijk meer van elkaar dan menig stel dat elke dag bij elkaar is. Aan de andere kant zijn er hele gewone dingen die ik niet van je weet. Wat is je favoriete luchtje, welke dingen kunnen je sjacherijnig maken, … Eigenlijk zijn het niet erg belangrijke dingen die ik niet van je weet. Wat ik wel weet, is wat je dromen zijn, waar je in gelooft, welke boeken je graag leest, van welke muziek je houdt, en vooral wat een fatsoenlijk mens je bent. Serieus en speels. 

Ik mis je, en ik mis ons kleine paradijs waarin we alleen van elkaar zijn. De warmte die ons omringt, de broeierige warme avonden in de regentijd en de koele avonden buiten in de wintertijd. 
Ik kan niet goed tegen kou, ik word er heel akelig van en heb de neiging me binnen te verschansen, hoewel ik het op het moment binnen ook niet warm vind in het oude huis vol kieren. Af en toe vliegt er binnenshuis zelfs een golf vrieskou tegen mij aan, brrr. En dan te bedenken dat er een prachtig huisje in een zonovergoten compound op me staat te wachten. Ik vraag me af wat ik hier eigenlijk nog doe. Ik weet het antwoord.

Het kost me moeite om alles achter te laten, vooral de zoons natuurlijk. Ik voel me een slechte moeder als ik zomaar op zou stappen en voor mezelf kies. Aan de andere kant mis ik de liefde van mijn leven, en wil ik bij hem zijn. Gelukkig is hijzelf een vader en snapt hij dat ik niet zomaar weg kan gaan. Bovendien, wat moet ik allemaal regelen, er zijn zoveel beslissingen te nemen waarvan ik de gevolgen niet overzie. Spring ik in het diepe en verbrand ik alle schepen achter me. Het is met name die verdomde band, die verborgen navelstreng, die me tegenhoudt om alles op te geven en te gaan. Mijn nageslacht blijft in Nederland, in ieder geval voorlopig. Ach, waarschijnlijk grijpt het leven zelf een keer in en wordt de keuze makkelijker, in ieder geval duidelijker.

Brrrrr…

03-12-‘10

woensdag 1 december 2010

(G 01-12-’10) Wanneer de wind is gaan liggen


Wanneer de wind is gaan liggen
De storm voorbij is geraasd
Wanneer langzaam het licht terugkomt
Innerlijke warmte me omarmt en optilt

Rust

Liefde

Zegeningen

Dankbaarheid

Dan ben ik gegroeid
Sterker dan voorheen

Ik loop in de koude over straat
Mijn ogen blijven droog
De tranen zijn opgebruikt
Oneindige liefde
Koestert me in haar veilige armen

*Abaraka Baake

Wanneer de wind is gaan liggen
De storm voorbij is geraasd
Wanneer langzaam het licht terugkomt
Innerlijke warmte me omarmt en optilt


Abaraka Baake=> Mandinka voor: Veel dank
01-12-‘10