donderdag 28 april 2011

(C28-04-’11) Rumi’s Daughter

Af en toe kom je zo’n boek tegen waarvan je zou willen dat het nooit uit was. Zo’n boek is voor mij: Rumi’s Daughter, van Muriel Maufroy. Het wordt wel vergeleken met De Alchemist van Paolo Coelho, ik snap waarom maar voor mij gaat Rumi’s Daughter verder. Het zal dan ook niet gauw zo’n groot publiek krijgen als de Alchemist

Een paar maanden geleden ‘ontdekte’ ik, tot mijn schande, pas Rumi: Mohamed (D)Jalal ad-Din (of al-Din) Balkhi Rumi of Roemi (Perzisch: مولانا جلال الدین محمد بلخى رومی ) Hij is een groot dichter en naar mij later bleek ook een Soefi. Op mijn stapeltje actuele boeken ligt zijn dichtbundel ‘Rumi, In the arms of the Beloved’. Alleen de titel al sprak me erg aan. Ik hou van zijn romantische gedichten. Laat me een voorbeeld geven:

I am your moon and your moonlight too
I am your flower garden and your water too.
I have come all this way eager for you,
without shoes or shawl.
I want you to laugh, to kill all your worries, to love you, to nourish you.
Oh sweet bitterness, I will soothe you and heal you.
I will bring you roses. I too have been covered with thorns.

Sinds mijn bekering tot de Islam, ben ik mij (verder) aan het oriënteren op het Sufisme, kort gezegd een mystieke tak van de Islam. Daar kwam ik Rumi opnieuw tegen. Ik had eerder de link niet gelegd tussen Rumi en het Soefisme. In mijn zoektocht kwam ik het boek ‘Rumi’s Daughter’ tegen. Het gaat over de aangenomen dochter van Rumi, Kimya.

Kimya was een jong meisje, geboren in een eenvoudig gezin. Ze had bijzondere gaven, waardoor noch zijzelf noch haar omgeving wisten wat ze met haar aan moesten. Via visioenen en bijzondere ontmoetingen komt ze terecht in het gezin van Rumi, waar ze liefdevol wordt opgevangen en verder ingewijd in het mystieke. Een aparte rol speelt Shams, de bijzondere vriend van Rumi, niet helemaal van deze wereld lijkend, die later Kimya’s echtgenoot wordt. Het is een prachtig geschreven liefdevol boek dat ondermeer de vrouwelijke beleving weergeeft van het leven van en met een mysticus.

Opmerkelijk is hoe de schrijfster laat zien dat de dingen niet altijd zijn wat ze lijken. Er wordt veel geroddeld over Shams, en zijn rol in het leven van zowel Rumi, die zich terugtrekt uit het dagelijks leven, en in het leven van het jonge meisje Kimya. De geruchten gaan dat Shams slecht was voor het meisje, terwijl de schrijfster laat zien dat bepaalde vormen van liefde niet door iedereen te herkennen zijn. Er is een liefde zonder zelfzucht, waarbij nabijheid van de geliefde bijna bijzaak lijkt. (Ja, dat spreekt me natuurlijk aan en is heel invoelbaar) Een liefde die pijn doet en tegelijk prachtig is.

Het hele boek ademt een liefdevolheid uit die je verwarmt en opneemt terwijl je leest. Een liefdevolheid die ik herken in de Islam zoals ik die in Afrika meemaak, jaren geleden in Mali en nu in de Gambia, en die zo anders lijkt dan de Islam zoals die hier in het Westen naar voren komt, in al zijn gewelddadigheid.

Rumi’s Daughter