zaterdag 16 oktober 2010

(K) Van Marktplaats tot Farato

Het is begonnen toen ik meer dan twintig jaar geleden voor het eerst in West Afrika was. Ik studeerde antropologie, en ik zou samen met een student van de Technische Hogeschool in Eindhoven onderzoek gaan doen in een klein West Afrikaans dorp. Het was een ongelooflijke ervaring, en ondanks veel ongemakken voelde ik me geweldig in het dorp. Meer dan drie maanden bleven we daar, ik weet niet hoeveel langer ik zou zijn gebleven wanneer de vader van mijn latere kinderen niet op me wachtte in Nederland.

Ik heb altijd heimwee naar Afrika gehouden. Waarom, dat kan ik niet precies uitleggen, maar ik voelde me op mijn plaats daar. Graag had ik mijn kinderen een keer meegenomen om ze te laten zien waar ik het vaak over had, en misschien zouden ze dan snappen waarom ik altijd heimwee had naar Afrika. Helaas is dat er nooit van gekomen. De man die op me wachten toen ik indertijd uit Afrika terug naar Nederland kwam, was inmiddels verdwenen uit mijn leven. Ik voedde vanaf het begin mijn zoons alleen op. Het lukte me niet om voor drie personen zo’n reis te betalen van mijn inkomen. De droom bleef, de heimwee ook.

Toen mijn jongste zoon achttien jaren oud zou worden begon ik serieus te fantaseren over weer een keer terug gaan naar Afrika. Ik ging op zoek naar mogelijkheden. Anders dan twintig jaar geleden lag de wereld nu binnen handbereik, en wel dankzij het wereldwijde web. Ik zag veel reizen naar hotels met zwembaden en Europees ontbijt. Ik heb daar lang over nagedacht, maar ik was toch bang dat ik me daar niet fijn in zou voelen. Omdat ik de eerste keer in een eigen huisje in een klein dorp woonde, zag ik me nu niet tussen Europese toeristen zitten. Dat was niet het Afrika dat ik wilde zien Na lang zoeken zag ik op Marktplaats een advertentie die tot mijn verbeelding sprak. Eerlijk gezegd waren het er twee, één in Ghana en één in de Gambia. Maandelijks, zo niet wekelijks keerde ik terug naar de websites die ik via Marktplaats had ontdekt, en onder Mijn Favorieten op mijn computer had opgeslagen. Mijn fantasie ging zo ver dat ik zelfs een verhaal schreef over hoe het zou zijn wanneer ik met mijn jongens samen zou zijn gegaan. Dat verhaal plaats ik hierna onder het kopje ‘Oude verhalen’.

Op een gegeven moment trok ik de stoute schoenen aan en ik schreef naar beide adressen een mailtje waarin ik om informatie vroeg. “Is het veilig voor een vijftigjarige vrouw zonder veel reiservaring om alleen te reizen?” Uit Ghana heb ik nooit een antwoord ontvangen, maar het duurde niet lang voordat ik een warm en aanmoedigend mailtje terug kreeg van een Nederlandse vrouw die samen met haar Gambiaanse man een bed & breakfast runde. Ik was van harte welkom en ze wilde me een onvergetelijke tijd bezorgen. Ik voelde me zo welkom dat ik haast niet kon wachten om te gaan.

Ik had het geluk dat mijn moeder een aardig bedrag voor me had gespaard dat binnenkort vrijkwam. Als alleenstaand ouder had ik een erg sterke band met mijn kinderen, en het idee om ze alleen te laten vond ik nogal heftig, toch kon niets me meer tegen houden.

Ik schreef naar de vrouw of de mooie rode kamer die op haar site stond nog beschikbaar was, en ik boekte de reis. Heel spannend vond ik het dat ik nu echt geboekt had. Bijna twintig jaar was ik niet of nauwelijks op vakantie geweest, hooguit een reis die speciaal voor de kinderen was om hun een fijne vakantie te bezorgen. Nu was het mijn tijd. Natuurlijk, ik vond het een hele stap maar ik ging, in mijn eentje naar Gambia. Engelstalig, zes uur vliegen, bereikbaar. Ik was het verleerd, hoe moest het ook alweer dat reizen. Paspoort nog in orde? Oh ja, welke prikken moest ik hebben. Na al die tijd moest ik me bijna voor alles opnieuw laten prikken. En pillen, malariapillen. Daar nam ik geen risico mee, dus die haalde ik zeker. Toen was het zo ver, de reis kon beginnen. Een beetje huiverig vroeg ik me af of het er nog wel zou zijn, die liefde voor Afrika.

De vliegreis was een shock voor me, of liever gezegd de mensen die in het vliegtuig zaten. De vorige reis was naar Mali geweest, daar gingen nog niet veel mensen heen. Nu zat het vliegtuig vol met mensen die je eerder op een reis naar Spanje zou verwachten. Voor zover ik het kon zien waren de meesten vooral geïnteresseerd in een zonvakantie, en niet in de cultuur van de mensen waar ze heen gingen. Maar ja, dat kan. Wat ik echt schokkend vond was een aantal oudere mannen dat voor me zat. Op een gegeven moment pakte een van die mannen een foto van drie jonge Afrikaanse meisjes, echt jong, en hij zei gniffelend tegen de anderen dat dit zijn vrouwen waren. De andere mannen reageerden gniffelend alsof het de gewoonste zaak van de wereld was, dat zij ook naar hun jonge ‘vrouwtjes’ gingen. Later liep er een ontzettend dronken ordinaire geblondeerde vrouw van ongeveer mijn leeftijd door het vliegtuig en die ging bij verschillende jonge Gambianen op schoot zitten en aan ze zitten friemelen en frunniken. Slechts een enkeling leek er niet van gediend. Wat zou me te wachten staan!


Ik nam me voor dat ik mijn reis door niemand zou laten verzieken, en ik trok me terug in mijzelf. Zou het echt gaan gebeuren nu? Zo vaak had ik gefantaseerd, terugverlangt, en nu ging het gebeuren. We kwamen steeds dichterbij. Vlak voor de landing had ik het bijna niet meer, mijn keel zat dicht, ik kon bijna niet slikken, de tranen sprongen in mijn ogen. Ik had het gevoel dat ik naar huis ging. Het gevoel dat over me kwam is niet te beschrijven. Het leek een eeuwigheid te duren voordat iedereen de koffers, tassen, en de IPod niet te vergeten, had gepakt en langzaam naar de uitgang schuifelden. Eindelijk was ik bij de open deuren en ik voelde de warme lucht, de zoetige beetje rottende maar toch kruidige lucht die ik veel te lang had gemist. Ik had de grond wel willen kussen, zo gelukkig was ik.


Volgens mij was het al donker toen ik aankwam. Ik was opgewonden, zowel door het reizen zelf, als door het feit dat ik eindelijk eindelijk weer in Afrika was. Ik liep wat ongelukkig in mijn veel te warme kleren, mijn trui had ik al in mijn handbagage gepropt, maar mijn jas had ik maar weer aangedaan, dat scheelde in het sjouwen. Ik moest goed opletten dat ik mijn paspoort en de boarding card bij de hand had want die moest in natuurlijk nog laten zien bij de douane. Ik mocht met mijn bagage gewoon doorlopen en toen ik door de douane kwam zag ik bijna meteen de roodharige vrouw die ik van foto’s op de website herkende.

Als oude vriendinnen vlogen we elkaar om de hals. We, of vooral zij, begonnen meteen honderduit te vertellen en hielden niet meer op. Ondertussen leidde ze me behoedzaam langs de kruiers naar de parkeerplaats waar haar auto stond. Nog steeds kletsend alsof we elkaar al jaren kenden reden we door de zwoele donkere nacht. Ik hoorde maar half wat ze allemaal vertelde of vroeg. Ik was zo onder de indruk. Vaag zag ik vuurtjes langs de weg waar mensen omheen zaten. Ik kon niet veel onderscheiden. Na niet zo heel lang rijden sloegen we een zijstraatje in tot we bij een blauw ijzeren hek stil stonden. Op haar getoeter kwam iemand de poort openen. Ik was benieuwd naar alles en tegelijk versuft van alle indrukken. Haar man heette me welkom, vroeg hoe de reis was geweest. In het donker zag ik nog een paar figuren maar ik kon ze nog niet goed onderscheiden. Nadat ik mijn bagage in de rode kamer had gezet, zaten we aan tafel op het terras van het grote huis. Ze hadden zelf al gegeten maar er werd heerlijk eten voor me neergezet, en er werd een heerlijk welkomst-baobabdrankje geserveerd. Ik was eindelijk weer thuisgekomen. Thuis in Farato.

13-06 & 16-10-’10