woensdag 26 januari 2011

(C26-01-’11) Ik beken, Ik leef


Vandaag lijkt de wereld stil te vallen, ik ben bang want ik kan het niet meer ontkennen, ik kan me niet meer verbergen, ik kan me niet meer verstoppen. Ik kan me niet langer anders voor doen dan ik ben. Ik weet niet eens goed waarom ik steeds een ander wil zijn dan ik ben, waarom wil ik ‘gewoon’ zijn, waarom wil ik meedraaien in een systeem van negen tot vijf, van werken in een betaalde baan. Ik heb het geprobeerd, God weet hoe hard ik het heb geprobeerd. Het past me niet, het maakt me letterlijk ziek.

Van jongs af aan leerde ik mijn kinderen dat ze zichzelf moesten zijn, en dat ze hun passie moesten volgen, en dat doen ze. Het is niet de makkelijkste weg, maar het is wel de enige weg. Ik ben trots op ze, ze gaan hun weg tegen alle verdrukking in.

En ik? Waarom is er diep binnen in me een stem die blijft zeggen dat ik niet mezelf kan zijn, dat iedereen moet werken voor zijn geld. Waarom wil ik zo angstvallig proberen me vast te houden aan die regels van de samenleving die ik erken, maar waar ik zo overduidelijk niet in pas. Wat moet ik zo nodig bewijzen, en vooral aan wie.

Vandaag maakt mijn lichaam een boog terug naar gisteren, ik ga zelfs weer roken terwijl ik blij was dat ik daar klaar mee was. Vorige week en deze week ben ik terug naar drie ochtenden per week werken, en als ik eerlijk ben, pijnlijk eerlijk, dan kan ik het niet meer. Vandaag kon ik amper het stuk van het station naar mijn werk volhouden, de spieren in mijn benen protesteerden alsof ze wilden zeggen: wat moeten we nog meer doen, hoeveel tekens kun je nog negeren. Mijn ogen werkten niet mee, ik moest ze steeds wijd open sperren om te kunnen zien waar ik mee bezig was. Twee ochtenden per week was veel maar ik leek het te redden, maar drie, dat is te veel. Wat moet ik nu?

Dit is het grootste gevecht in mijn leven, ik ben mijn eigen grootste vijand, ik maak mijzelf ongezond. Waarom? Is er een alternatief. Er is altijd een keuze, maar hoe betaal ik dan de huur? Kan ik mijzelf toestaan anders te zijn, kan ik accepteren dat ik niet geschikt ben voor een baan, voor welke baan dan ook. Het werk dat ik doe heeft geen schuld, de collega’s al helemaal niet. Het is heel eenvoudig zo dat het niet klopt. Ik doe wat ik niet moet doen en wat ik wel moet doen kan ik niet doen omdat ik mijzelf ziek maak, ik werk mijzelf tegen.

Wat wil ik dan? Ik wil schrijven en schilderen en leven van de wind.
Mijn hele leven heb ik geleerd dat het niet reëel is om zo te willen leven. Zeker als moeder, alleenstaand moeder, moest ik zorgen dat er geld op de plank komt. Ik vind het pijnlijk om toe te geven dat ik het niet kan, dat ik heb gefaald. Dat ik het meest van alles heb gefaald tegenover mijzelf. Om goed voor mijzelf te kunnen zorgen moet ik eindelijk gaan doen wat ik het liefste doe. Maar hoe moet dat dan?

Dit is een schreeuw om hulp naar het Universum: Help mij, wijs me de weg. Ik kan het niet alleen.

Ik beken, ik leef

En ik huil, mijn lijf huilt,
Ik wil weer lachen, en gezond worden

(26-01-’11)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten